Om inzicht te geven in de risico’s die de gemeente onderkent hebben wij deze opgenomen in een top 10.
1. Gemeentefonds
- Het gemeentefonds is gebaseerd op de Rijksbegroting waaruit de gemeenten jaarlijks een algemene uitkering (AU) krijgen. Deze AU kent een aantal onzekere factoren zoals de economische ontwikkeling in Nederland en de ontwikkeling van de Rijksuitgaven
- De AU voor het nieuwe jaar wordt berekend op basis van geschatte eenheden, de werkelijke uitkering kan dus afwijken van de prognose. Drie kalenderjaren na dato wordt de AU definitief vastgesteld. Dit leidt tot verrekeningen over voorgaande jaren
- In augustus 2021 zijn nieuwe effecten van de herverdeling van het gemeentefonds bekend geworden. Volgens de laatste stand van zaken heeft de herverdeling voor Beverwijk een negatief effect van € 61 per inwoner. Vanaf 2023 is dit met een ingroeipad van -€ 15 per inwoner per jaar in de begroting verwerkt. Het nieuwe verdeelmodel is nog niet definitief. De uiteindelijke besluitvorming over het nieuwe verdeelmodel is aan het nieuwe kabinet.
2. Open einderegeling Wmo
- Per 2019 is de inkomensafhankelijke bijdragesystematiek in de Wmo vervangen door het abonnementstarief (een vast bedrag per maand als bijdrage voor Wmo-voorzieningen). De invoering van dit abonnementstarief heeft geleid tot een stijging van het aantal voorzieningen (aanzuigende werking). Daarnaast is er vergrijzing en wonen ouderen steeds langer op zichzelf.
- Het Wmo voorspelmodel (VNG) geeft een meerjarige voorspelling op het verwachte gebruik van de Wmo-voorzieningen per jaar. De meerjarenbegroting 2023-2026 is opgesteld met behulp van het Wmo voorspelmodel, en ook komende jaren zal dit voorspelmodel gehanteerd worden voor de meerjarenbegroting. Het grootste risico op stijgende lasten is hiermee opgevangen. Er zal altijd een risico zijn op afwijkingen t.o.v. de begroting, vooralsnog wordt dit ingeschat als onderdeel van de reguliere exploitatierisico's. Voor dit risico op openeinderegeling Wmo is dan ook geen apart risicobedrag meer opgenomen.
3. Open einderegeling Jeugd
- Uitvoering van de jeugdwet is een open-einderegeling en kan door groei leiden tot een lastenstijging. Sinds de decentralisaties 2015 is jaarlijks een stijging te zien in de zorgvraag; in aantallen, maar ook intensiteit en duur van de zorgtrajecten. Gemiddeld is deze stijging (2017 - 2021) € 800.000 (incl. indexatie). Dit gemiddelde bedrag wordt als risicobedrag aangehouden.
4. Jeugd incidenteel
- Voor de transitie van de jeugdhulp en de uitvoering van de Hervormingsagenda jeugd 2022-2028 is de verwachting dat er nog een aantal jaar nodig zijn om zich te vormen en te stabiliseren. Hieruit kunnen incidentele lasten voortkomen om deze transitie vorm te geven.
- Voor de aanpak vastlopen zorgketen, vermindering wachttijden, implementatie van de regionale inkoop (specialistische) jeugdhulp en inzet POH Jeugd GGZ worden (incidentele) lasten voor uitbreiding capaciteit verwacht.
- Voor de transitie jeugdhulp, implementatie van de regionale inkoop (specialistische) jeugdhulp, aanpak vastlopen zorgketen, vermindering wachttijden en inzet POH Jeugd GGZ wordt een risicobedrag van € 600.000 aangehouden.
5. Specifieke uitkering stimulering sport
- De BTW op de uitgaven van sport investeringen, onderhoud en SBB kunnen via de specifieke uitkering sport worden teruggevraagd. Risico is dat niet het gehele BTW bedrag wordt gecompenseerd, omdat de omvang van de terug te ontvangen BTW afhankelijk is van de totale uitgaven van alle gemeenten en hier een plafond voor geldt.
6. Doordecentralisatie BW/MO
- De taken en verantwoordelijkheden van beschermd wonen gaan over van de centrumgemeenten naar alle gemeenten (doordecentralisatie) per 1 januari 2024. De taken en verantwoordelijkheden van de maatschappelijke opvang nog niet. Na 4 jaar wordt besloten of de taken voor de maatschappelijke opvang ook overgaan naar de regiogemeenten. In het GO van Beschermd Wonen is vastgelegd dat de eerste drie jaar eventuele tekorten en overschotten van individuele gemeenten worden verrekend via een vereveningsfonds.
7. Liquiditeit, renteresultaat
- Het renteresultaat is structureel gedekt in de begroting.
- Risico’s die van materiële invloed zijn op het renteresultaat worden geschat op € 0.
8. Bestemmingsreserve Decentralisaties Breed
- In de nota reserves en voorzieningen 2020 (INT-20-54676) is vastgesteld dat de bestemmingsreserve Decentralisaties Breed (taakvelden Wmo oud en nieuw, Jeugd en Participatie (exclusief de uitkeringen)) het doel heeft de risico's op genoemde taakvelden af te dekken. Deze bestemmingsreserve heeft een maximale looptijd t/m 31-12-2024. Het geprognosticeerd saldo per einde datum is niet voldoende om alle risico's van de Decentralisaties Breed, zoals hierboven omschreven, te dekken.
9. Effecten corona, opvang vluchtelingen en energie crisis
- De effecten van de Corona crisis kunnen voortduren in de komende jaren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het effect van de ‘1,5 meter samenleving’ op activiteiten van organisaties. Ook een toename van ondersteuning bij begeleiding naar werk (omscholing), eenzaamheid, psychosociale problematiek, armoede- en schuldenproblematiek kunnen het gevolg zijn van (voortduring van) de Corona crisis. Hierdoor kan een groter beroep worden gedaan op ondersteuning door de maatschappelijke en uitvoerende organisaties en op bijvoorbeeld minimavoorzieningen. Op het moment van schrijven van de begroting is de omvang hiervan nog niet duidelijk. Dit risico vormde in 2022 onderdeel van de exploitatierisico's.
- Tevens is er dit jaar en het komende jaar een crisis gaande met betrekking tot de opvang van vluchtelingen. De mogelijke financiële risico's hiervan worden in kaart gebracht.
- Door de grote stijging van de energiekosten en andere kosten, kunnen er mogelijk financiële risico's komen voor zowel cliënten als organisaties/instellingen.
10. Verzelfstandiging zeehaven De Pijp
- In navolging van de eerdere inzet rond de beoogde verzelfstandiging van de Beverwijkse haven, ligt opnieuw de vraag op tafel hoe de toekomstplannen voor de haven worden ingevuld. Daar hoort onder andere de afweging bij hoe en waar de exploitatie en het beheer en onderhoud het best belegd kunnen worden. Samen met collega havenbedrijven in de regio, het lokale (haven)bedrijfsleven als ook met de provincie Noord-Holland zal de gemeente Beverwijk in 2024 een beleidsmatige koers (laten) opstellen dat richting en duidelijkheid geeft over de toekomst van Zeehaven De Pijp met draagvlak in de regio. Totdat deze koers is bepaald blijft de gemeente de risico's voor de exploitatie en ontwikkeling van de gemeentelijke haven dragen. Daarbij behoren ook de risico ten aanzien van investeringsbeslissingen, rond bijvoorbeeld infrastructurele werkzaamheden, etc. Dit risico vormt onderdeel van de exploitatierisico's.
Berekening exploitatierisico’s
- Naast de hierboven vermelde risico's wordt er rekening gehouden met een risicobedrag op basis van de totale lasten.
- De exploitatierisico’s bedragen € 4 miljoen en worden als volgt berekend; totale lasten (inclusief stortingen in de reserves) × financieel gevolg van 10% × kans van 33%.